Ο 12 juni 1890, Tulln an der Donau
† 31 oktober 1918, Wenen
Oostenrijkse Expressionistisch kunstenaar
Levensloop
Egon Schiele werd op 12 juni 1890 geboren in Tulln, een stadje in de buurt van Wenen. Hij was de derde van vier kinderen. Zijn vader, Adolf Eugen Schiele (1851-1905), was het hoofd van de spoorwegen. Zijn latere voogd, oom Leopold Czihaczek, was ingenieur bij de spoorwegen. De relatie met zijn moeder verliep moeizaam en volledige liefdeloos. Sommigen beweren dat hij met zijn zus, Gerti, een incestueus contact had.
Op 1 januari 1905, als Schiele amper 15 jaar is, overlijdt zijn vader. Hij was in 1902, wegens geestelijke gestoordheid, met pensioen gegaan.
Egon Schiele
met zijn ouders
en zusjes
Melanie en Elvira
foto rond 1892
Een carrière bij de spoorwegen had voor de hand gelegen. Maar tegen de wil van zijn voogd en zijn moeder neemt hij deel aan een toelatingsexamen van de Weense kunstacademie, waar hij onmiddellijk wordt aangenomen. Net als op school levert Schiele ook hier slechts middelmatige prestaties.
In 1907 heeft Egon Schiele al een eigen atelier en maakt hij kennis met Gustav Klimt, die het talent van de 17-jarige jongen (h)erkent en hem zonder jaloezie stimuleert. Schiele is diep onder de indruk van de Jugendstil kunstenaar Klimt en diens Secession beweging.
Gustav Klimt
Schiele’s idool,
begunstiger en
vaderlijke vriend
In 1909 nam hij voor de tweede keer deel aan een expositie te Wenen. Hij verlaat de academie en sticht samen met enkele vrienden de ‘Neukunstgruppe’.
De stilistische ommekeer in het werk van Egon Schiele vindt plaats in 1910. Hij verlaat de jugendstil en ontwikkelt zijn persoonlijke expressionistische stijl met hoekige, harde contouren en expressieve vormen. Hij leert de kunstcriticus Arthur Roessler kennen, die zeer positief stond tegenover zijn werk en later ook een biografie over Schiele schreef. De daaropvolgende jaren kent Egon met de tentoonstellingen van de ‘Gruppe’ wel wat succes, maar toch wordt zijn financiële nood er niet geringer door.
schets van
Kunstcriticus
Arthur Roessler
In 1911 kreeg Schiele een relatie met zijn minderjarige model Wally Neuzil. Omdat zij ongehuwd samenwoonden werden ze verjaagd uit Krumau en verhuisden ze naar Neulengebach bij Wenen.
Hier kwam hij sterk in opspraak, omdat hij jonge meisjes naakt liet poseren. Voor zijn tekeningen met masturberende meisjes kwam hij zelfs in 1912 in de gevangenis terecht. Tijdens zijn kort verblijf daar ontstaan talrijke tekeningen waarin hij de toestand van de gevangenen schetst.
detail uit het
portret van
Valerie Neuzil
"Wally", geliefde
en muze van
Schiele van
1911 tot 1915
In 1915 beëindigde Schiele de relatie met Wally om in hetzelfde jaar te trouwen met Edith Harms. Kort daarna moest Schiele in militaire dienst, het was immers de tijd van Eerste Wereldoorlog. Hij kreeg echter een kantoorbaan en kon daarom contact houden met Edith. Vanwege zijn werk kon hij echter minder schilderen. Na het huwelijk met Edith lijken de lijnen in Schieles schilderijen wat ronder en zachter te worden. Zijn leven met Edith was meer burgerlijk en geregeld van aard dan het leven met Wally geweest is.
Op 6 februari 1918 overlijdt zijn goede vriend en mentor Gustav Klimt. Een maand later, zorgt Schiele op de 49e tentoonstelling van de Weense Secession voor de nationale doorbraak. De tentoonstelling wordt een groot succes. Automatisch is de door de dood van Klimt opengevallen leidende positie van de Weense avant-garde op Schiele overgegaan. Steeds meer mensen willen zich door hem laten portretteren. Voor de 28-jarige Schiele lijkt de weg open voor een succesvol leven.
In de herfst van 1918 raakt zijn vrouw Edith besmet met de Spaanse griep. Ze sterft op 28 oktober, zes maanden zwanger. Schiele, ook door de Spaanse griep getroffen, overlijdt in Wenen op 31 oktober 1918.
portret van
Edith Schiele,
de vrouw van
de kunstenaar